Mocht u al klaar zijn en het nieuwe functie- en loongebouw eerder willen invoeren binnen uw organisatie dan is dat uiteraard geen probleem. Wel adviseert Aannemersfederatie Nederland als betrokken CAO-partij u het salaris nog niet aan te passen.  

Daarnaast willen we uw aandacht vestigen op een belangrijk onderwerp met betrekking tot de invoering van het FUWA-systeem. Steeds meer werkgevers zijn bezig met de indeling van functies, vooral bij het UTA-personeel (uitvoerend technisch en administratief). Hierbij merken we regelmatig dat er een verschil ontstaat tussen de functietitel en de daadwerkelijke werkzaamheden. Dit kan leiden tot verwarring en onrealistische verwachtingen. Daarom willen we u informeren over het belang van een eerlijke en correcte ORBA-indeling, zodat u ervoor kunt zorgen dat medewerkers binnen uw organisatie op een passende manier worden ingedeeld.

Wat zien we in de praktijk?

In de praktijk zien we dat functietitels zoals 'werkvoorbereider,' 'planvoorbereider,' of 'projectleider' vaak als uitgangspunt worden genomen voor de indeling. Deze titels staan duidelijk vermeld in de arbeidsovereenkomst, maar geven niet altijd een volledig beeld van de taken en verantwoordelijkheden die een werknemer in werkelijkheid vervult. Dit kan ertoe leiden dat de indeling volgens de ORBA-systematiek niet overeenkomt met de werkelijke bijdrage van de werknemer.

Voorbeelden uit de praktijk

  1. Werkvoorbereider
    Een startende werkvoorbereider voert mogelijk slechts een beperkt aantal taken uit, werkt nog niet volledig zelfstandig en heeft geen eindverantwoordelijkheid over projecten. Toch komt het voor dat deze werknemers zichzelf vergelijken met ervaren collega’s en verwachten dat ze in aanmerking komen voor hogere salarissen, bijvoorbeeld €4.000 of meer. Het kan helpen om bijvoorbeeld een werkvoorbereider 1 (junior), werkvoorbereider 2 (medior) etc uit te werken. En aan de hand van het handboek (blz 4,5 en 276) een functiebeschrijving vast te stellen.  
  2. Uitvoerder versus Tekenaar
    Soms komt het voor dat een uitvoerder in de praktijk voornamelijk tekenaarswerkzaamheden uitvoert. Dit strookt niet met zijn functietitel en verantwoordelijkheden als uitvoerder. Hierdoor kan het voorkomen dat deze werknemer op een lager niveau wordt ingedeeld, bijvoorbeeld twee niveaus lager, omdat de taken feitelijk overeenkomen met die van een tekenaar. Dit benadrukt het belang van een duidelijke en correcte indeling op basis van de daadwerkelijke werkzaamheden.
  3. Uitvoerder 1, 2 en 3
    Het is mogelijk om binnen de functie van uitvoerder onderscheid te maken tussen verschillende ervaringsniveaus, zoals Uitvoerder 1 (junior), Uitvoerder 2 (medior) en Uitvoerder 3 (senior). Dit helpt om de functie-indeling beter af te stemmen op de werkelijke ervaring en verantwoordelijkheden van de werknemer. Een junior uitvoerder die nog begeleiding nodig heeft en weinig eindverantwoordelijkheid draagt, zou bijvoorbeeld in de categorie Uitvoerder 1 kunnen vallen. Een ervaren uitvoerder met volledige projectverantwoordelijkheid kan worden ingedeeld als Uitvoerder 3.

Omgekeerde situaties

Aan de andere kant zien we ook medewerkers met een functietitel zoals 'administratief medewerker,' die in werkelijkheid taken en verantwoordelijkheden uitvoeren van een hoger ingedeelde functie, bijvoorbeeld die van werkvoorbereider. Deze werknemers verdienen een correcte indeling op basis van hun feitelijke bijdrage.

Wat kunt u doen?

Wij raden u als werkgever aan om verder te kijken dan alleen de functietitels. Beoordeel zorgvuldig welke taken en verantwoordelijkheden uw medewerkers daadwerkelijk uitvoeren. Daarbij loont het om met uw medewerkers in gesprek te gaan en hun input te gebruiken bij het vaststellen van de functieomschrijvingen. Uiteindelijk is het aan de werkgever om de functiebeschrijving vast te stellen en deze te vergelijken met de referentiefuncties. Het gebruik van het bijbehorende indelingsformulier (te vinden in het Handboek) kan u hierbij ondersteunen.

Handige hulpmiddelen

Verwijs uw medewerkers naar het stappenplan op blz. 4 en 5 van het Handboek. Het format voor een eigen functiebeschrijving vindt u in bijlage 1 (blz. 276), en bijlage 2 biedt een toelichting. Het indelingsformulier is te vinden in bijlage 3 van het Handboek. Deze formulieren staan ook onder het kopje “downloads” op onze website www.functiehuisbouweninfra.nl

Conclusie

Het loont de moeite om uw bedrijfsfuncties zorgvuldig te beschrijven en daarover met uw medewerkers in gesprek te gaan. Op die manier voorkomt u dat beide partijen blijven hangen in functietitels en de beelden die daaraan zijn gekoppeld. Uiteindelijk is het aan u als werkgever om de juiste indeling te maken, met behulp van het indelingsformulier.