Positief signaal van kabinet
De Woningbouwalliantie reageert positief op het ‘klaar zetten’ van een Nationaal Garantiefonds voor de woningbouw, het verder naar voren halen en verhogen van de Woningbouwimpuls en de toezegging om gezamenlijk met o.a. VNG en Aedes de bouw van 150.000 sociale huurwoningen te versnellen. Ook de toegezegde vrijstellingsgrens voor de stikstofdepositie tijdens de bouw van woningen draagt bij aan het vlottrekken van een groot aantal woningbouwplannen. In de begroting wordt ook extra geld beschikbaar gesteld voor zogenoemde flexpools met deskundigen die gemeenten helpen om de woningbouwplannen te versnellen. Volgens de Woningbouwalliantie is dat positief, maar is er meer nodig om de woningbouw echt naar een structureel hoger niveau te brengen.
Nu investeringskans benutten
De Woningbouwalliantie benadrukt dat dit het moment is om de woningbouw te benutten als één van de groeimotoren van Nederland. Belangrijk is ook dat daarmee belangrijke maatschappelijke doelstellingen met betrekking tot klimaat, energie en grondstoffen kunnen worden gerealiseerd, door betaalbare woningen in duurzame woongebieden te realiseren en transformatie, herstructurering en verduurzaming te entameren. Zo kunnen woon- en leefklimaat worden verbeterd. Daarvoor is het noodzakelijk dat het Rijk gaat mee investeren in grote gebiedsontwikkelingen, omdat het gemeenten, corporaties en marktpartijen aan voldoende investeringskracht ontbreekt. Ook dient de eenmalige woningbouwimpuls van 1 miljard euro structureel te worden, omdat daarmee het aandeel betaalbare woningen op bouwlocaties kan worden vergroot en locaties sneller tot ontwikkeling kunnen worden gebracht door het saneren van verouderde bedrijfsterreinen, aanleg van infrastructuur en het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving.
Acteren als één overheid, ook via financiële bijdragen
De enorme woningbouwopgave vereist een effectief samenspel tussen lokale, regionale en landelijke overheden, met inzet van kennis, regie, regelgeving en investeringen. Meer ondersteuning van het Rijk is nodig in de vorm van de benodigde investeringsbudgetten voor integrale gebiedsontwikkeling, stroomlijnen van wet- en regelgeving en het tegengaan van verkokering tussen departementen. Dat het ministerie van BZK nu nadrukkelijk naar voren stapt om als Rijk daarin haar rol te pakken is een positieve trendbreuk. De Woningbouwalliantie nodigt nadrukkelijk ook de andere ministeries van IenW, EZK en LNV uit om samen met BZK als één overheid óók via de begrotingen van de verschillende departementen medeoverheden in staat te stellen om hun taak te vervullen en de opgaven efficiënt en gebiedsgericht aan te pakken conform de Omgevingswet. Partijen vinden het in dat verband van groot belang dat provincie en Rijk meer zicht krijgen op de voortgang van de woningbouw in het land en dat het Rijk daartoe samen met provincies en gemeenten met spoed zorgdraagt voor een nationale monitor woningbouwrealisatie, die op planniveau de actuele voortgang voortdurend in beeld brengt.
Geef starters en doorstromers een kans
Hoewel de voorgenomen afschaffing van de overdrachtsbelasting voor jongeren de kansen voor starters op de woningmarkt vergroot en vanuit dat perspectief positief is, leidt de maatregel niet tot verhoging van de woningproductie. Verruiming van het budget voor startersleningen heeft dat positieve effect wel. In het verlengde van het voorgaande wijst de Woningbouwalliantie op de negatieve gevolgen voor de nieuwbouw van het verhogen van de overdrachtsbelasting naar 8% voor woningcorporaties en beleggers, waar eigenlijk een lastenverlichting nodig is om tot meer betaalbare nieuwbouw en transformatie te komen. De alliantie vindt het van groot belang dat bij het inzetten van dergelijke maatregelen de effectiviteit wordt verkend waar het gaat om de invloed op de kansen van starters op de woningmarkt, op het prijsniveau op de woningmarkt en op de investeringscapaciteit van partijen die essentieel zijn voor de bouw van woningen in het gereguleerde segment en in het middensegment.
16 september 2020