Loonsverhoging boven inflatie
Hans Crombeen, bestuurder FNV Bouwen en Wonen: “Ik ben blij dat we een loonsverhoging hebben kunnen afspreken boven de inflatie. 10% over de looptijd. Ook de afspraak dat jonge mensen die werken en leren combineren voortaan hun schooldag ook loon gaan ontvangen vind ik zeer positief.”

Cao Bouw & Infra heeft primeur
Gijs Lokhorst, bestuurder CNV: “Als vakbond weten we hoe zwaar het werk in de bouw kan zijn en dat gezond je pensioen halen voor veel mensen een grote opgave is. Daarom ben ik blij dat we de werkgevers hebben kunnen overtuigen om de huidige RVU-regeling niet alleen voor onbepaalde tijd te verlengen, maar ook nog eens financieel te verbeteren. We hebben daarmee een grote wens van onze leden gerealiseerd. ‘Blij ben ik ook met de afspraak over suïcidepreventie. Op de werkplek is er vaak geen ruimte om over zelfmoordgedachten te praten. Toch kunnen werkgevers bepaalde signalen wel oppikken, zoals schuldenproblematiek. Afgesproken is nu dat werkgevers en bonden samen met preventieorganisatie 113 een programma ontwikkelen om die risicofactoren te herkennen en erop te reageren. De cao Bouw & Infra heeft daarmee een primeur.”

Zekerheid en een diplomabonus ook voor  Gaan in de Bouw
Arno Snellen, bestuurslid AFNL, ‘Met de vakbonden zijn we tot een akkoord gekomen over een nieuwe cao Bouw & Infra. Deze cao geeft rust, duidelijkheid en stabiliteit voor de komende twee jaar – een periode waarin we gezamenlijk kunnen werken aan een sterke en toekomstbestendige sector.

Naast een structurele loonsverhoging is ook de uitkering binnen de zwaarwerkregeling verhoogd. Daarmee doen we recht aan vakmensen die jarenlang fysiek zwaar werk hebben verricht. Tegelijkertijd investeren we volop in de volgende generatie. Zo gaat het loon van 20-jarige leerlingen omhoog, worden schooldagen doorbetaald en schaffen we het jeugdloon af voor 18-plussers met een BBL3-diploma. Vakmanschap mag beloond worden.

Extra mooi is dat ook de diplomabonus en doorleerbonus voortaan gelden voor de opleidingen binnen ‘Gaan in de Bouw’. Een krachtige erkenning van het belang van scholing, ontwikkeling en doorgroei in onze sector. Deze cao biedt niet alleen financiële duidelijkheid, maar ook de rust en ruimte om de komende jaren inhoudelijk verder te werken aan belangrijke thema’s – zoals loondoorbetaling bij ziekte en de verdere modernisering van de cao. We hebben hiermee een stevig fundament gelegd voor de toekomst

Cao-partijen leggen het onderhandelingsresultaat ter instemming voor aan hun leden. U treft het onderhandelingsresultaat hieronder aan.

Onderhandelingsresultaat cao Bouw & Infra 2025 - 2027

1. Looptijd

Cao-partijen zijn een nieuwe cao Bouw & Infra overeengekomen met een looptijd van

1 januari 2025 tot en met 31 maart 2027 (27 maanden).

2. Loon- en salarisverhogingen

3. Vergoedingen en toeslagen

a. Algemeen

De van toepassing zijnde cao-vergoedingen worden op de onder 2 genoemde momenten verhoogd met de genoemde percentages.

b. Bestuurderstoeslag

De bestuurderstoeslag per dag uit tabel 5.9.3 wordt met ingang van 1 mei 2025 verhoogd naar:

Enkele-reisafstand van 0 tot 30 km         € 6,50

Enkele-reisafstand van 30 tot 65 km        € 9,50

Enkele-reisafstand van meer dan 65 km   € 12,50

Vanaf 1 januari 2026 zal de bestuurderstoeslag worden toegevoegd aan de van toepassing zijnde cao-vergoedingen en vindt verhoging op dezelfde wijze plaats als genoemd onder 3a.

c. Reisuren

De reisurenvergoeding (artikel 5.10.2) per uur is gelijk aan het garantieloon van de werknemer. Met ingang van 1 mei 2025 wordt het maximum dat hierbij geldt gewijzigd van het garantieloon van functiegroep A in het garantieloon van functiegroep B in tabel 4.2.

d. NLQF erkend vakbekwaamheidsbewijs opleiding SVGO – Gaan in de Bouw

4. Jongeren

a. Schooldag

De schooldag van leerlingwerknemers die een BBL 2 opleiding of een BBL 3 opleiding volgen wordt weer doorbetaald. De ingangsdatum wordt door cao partijen nog nader bepaald.

Ter compensatie van de doorbetaling van de schooldag stellen cao partijen een subsidieregeling vast ten behoeve van individuele leerbedrijven en opleidingsbedrijven.

De hoogte van de subsidie zal door cao partijen worden bepaald met als doelstelling dat vergoeding plaatsvindt van de extra loonkosten die samenhangen met het doorbetalen van de schooldag. Cao-partijen werken de subsidieregeling nader uit en bepalen na vaststelling van de regeling ook de ingangsdatum van de doorbetaling van de schooldag.

Deze cao afspraak over het doorbetalen van de schooldag in combinatie met de subsidieregeling is voor onbepaalde tijd. De subsidieregeling zal niet leiden tot verhoging van de geldende O&O premie. Indien financiering van de regeling ‘onder druk’ staat zullen cao partijen zich beraden over versobering dan wel afschaffing van de subsidieregeling en de doorbetaling van de schooldag. Evaluatie van de cao afspraak is onderdeel van periodiek overleg tussen cao partijen.

De subsidieregeling zal zo ingericht worden dat oneigenlijk gebruik wordt voorkomen.

Eveneens dient voorkomen te worden dat de inleentarieven onevenredig (te) veel worden verhoogd, cao partijen onderzoeken een wijze waarop monitoring hierop kan plaatsvinden.

b. Jeugdlonen

De bouwplaatswerknemer van 18 tot en met 20 jaar met een BBL 3-diploma, ontvangt per 1 mei 2025 (periode 05) geen jeugdloon meer, maar het garantieloon voor bouwplaats-werknemers van 21 jaar of ouder uit tabel 4.2 behorend bij de functiegroep van zijn functie.

c. Leerlinglonen

Het garantieloon van de 20-jarige die een BBL 2 of BBL 3 opleiding volgt, wordt per 1 mei 2025 (periode 05) verhoogd op dusdanige wijze dat dit loon in het midden ligt van het loon van de 19-jarige en 21-jarige BBL-er. Tabellen 4.4.2 en 4.4.3 worden hierop aangepast.

5. Overwerk

a. Registratieplicht arbeids-, reis- en rusttijden

Wet- en regelgeving omtrent registratie van arbeids-, reis- en rusttijden is opgenomen in artikel 4.3.1 van de Arbeidstijdenwet. Deze informatie wordt ter ondersteuning en toelichting opgenomen in de bijlage 3 van deze cao.

b. Overwerk uitvoerders

In het kader van terugdringen van de werkdruk en verlagen van het ziekteverzuim willen cao-partijen overwerk terugdringen.

Cao-partijen komen met ingang van 1 januari 2026 een regeling overeen voor uta-werknemers die de functie uitvoerder hebben waarbij de volgende aspecten van toepassing zijn:

6. Ziekte

a. Wachtdagen bij ziekte

Cao-partijen starten een studie naar de (mogelijke) effecten van het afschaffen van de bestaande wachtdagen bij arbeidsongeschiktheid

b. Loondoorbetaling bij ziekte

Cao-partijen bestuderen de effecten van een lagere uitkering gedurende het eerste ziektejaar en een hogere uitkering in het tweede ziektejaar (95% eerste jaar, 85% tweede jaar; samen 180% over twee jaar in plaats van de huidige 170% over twee jaar).

7. Cao BTER en de Zwaarwerkregeling

Cao-partijen komen overeen de zwaarwerkregeling voor onbepaalde tijd te verlengen. De hoogte van de uitkering zal met ingang van 1 januari 2026 voor bestaande en nieuwe uitkeringen worden verhoogd, na verhoging van de uitkering met het percentage van de loon- en salarisverhogingen in 2025, met € 250,- bruto per maand.

Bij de uitwerking van de afspraken zullen cao-partijen rekenschap houden met het volgende:

In het verlengde hiervan komen cao-partijen een verder ongewijzigde nieuwe cao BTER Bouw & Infra overeen met een looptijd van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2030.

8. Nieuw functie- en loongebouw

Cao-partijen zien na ampele overwegingen en gebrek aan voldoende draagvlak (onder werkgevers) af van de integrale invoering van een nieuw functie- en loongebouw.

Cao-partijen doen wel nader onderzoek naar de mogelijkheid het ontwikkelde functiegebouw toepasbaar te maken voor ondernemingen die daartoe de wens hebben uitgesproken.

Uiteraard zullen cao-partijen ook voor adequate ondersteuning zorgen vanuit de sector. Ook zal de sector ervoor zorgen dat actualiteit van het functiegebouw geborgd is.

9. Veiligheid en gezondheid

a. Keten van onderaanneming

Cao-partijen Bouw & Infra verzamelen (alle) beschikbare informatie en onderzoeksuitkomsten (in binnen- en buitenland) met betrekking tot de lengte van ketens in de bouwsector. Vervolgens kunnen cao-partijen met een eigen sectorale aanpak komen of besluiten dat het verstandiger is de wetgeving hieromtrent te beïnvloeden. Dit moet leiden tot meer transparantie op de bouwplaats en naleving van veiligheidsvoorschriften en toepassing van arbeidsvoorwaarden (wet en cao).

Dit onderzoek wordt uiterlijk 1 mei 2026 afgerond.

b. Suïcidepreventie

Cao-partijen gaan in samenwerking met 113 Zelfmoordpreventie en Volandis onderzoek doen naar de mogelijke risicofactoren binnen de bouw- en infrasector en waar mogelijk/nodig interventies ontwikkelen gericht op suïcidepreventie. Hierin wordt ook meegenomen hoe reeds bestaand beleid kan aansluiten op suïcidepreventie.

c. Cao-voorstellen gezondheid en veiligheid

Cao-voorstellen die betrekking hebben op gezondheid en veiligheid zullen door cao-partijen op andere paritaire tafels worden besproken en uitgewerkt. Daarbij valt te denken aan bijvoorbeeld PUR, blootstelling aan kwartsstof, ongewenst gedrag en veiligheid aan de weg.

10. De toekomst van de cao Bouw & Infra

a. Modernisering

Cao-partijen doen gedurende de looptijd van de cao-onderzoek naar de wijze waarop arbeidsvoorwaardelijke verschillen geharmoniseerd kunnen worden.

Tevens onderzoeken cao-partijen arbeidsvoorwaardelijke onderdelen die wellicht beter moeten aansluiten bij de huidige tijdgeest (verlofsoorten, sabbatical enzovoort).

Partijen onderzoeken eveneens hoe het draagvlak onder de cao kan worden vergroot.

b. Vakbondscontributie

Werkgevers betalen een vergoeding voor lidmaatschap van een vakbond aan hun werknemers conform artikel 5.12.1. Cao-partijen onderzoeken de mogelijkheden om lidmaatschap van werkgevers- en werknemersorganisaties te bevorderen. De sector is gebaat bij een zo groot mogelijk draagvlak.

De overige afspraken in de cao Bouw & Infra 2024 worden ongewijzigd voortgezet en integraal meegenomen in deze nieuwe cao.